9 mei 2022
Geplaatst door Maartje

In Nederland willen we gevangenen geen stempel opdrukken. Alles is gericht om gestraften voor te bereiden op terugkeer naar de maatschappij. We zijn niet van naming and shaming zoals in de Verenigde Staten. Daar zijn de pakken en vooral roze onderbroeken bedoeld om gevangenen in de hoek te zetten. ‘Kijk wat een mietjes jullie zijn’. Zulk beleid past Nederland niet. Door gevangenen in hun waarde te laten, worden ze behoed voor detentieschade. De mogelijkheden voor resocialisatie zijn daardoor beter.

Hoe anders is dat nu nog in de Verenigde Staten waar gevangenen een duidelijk herkenbaar gevangenispak aan moeten. De zware jongens dragen er zelfs een roze onderbroek onder hun karakteristieke zwart-wit gestreepte of fel oranje tenue. Wie de benen neemt, is direct herkenbaar.

 

In de begin jaren van het gevangeniswezen bestond er in Nederland overigens wel gevangeniskleding. Mannen liepen in blauwe werkmanskleding van gesteven linnen broeken en kielen met houten klompen. Naar de luchtkooi en de kerk kreeg met een zwarte kap over het hoofd zodat er geen contact gemaakt kon worden. Iedere gevangene had een nummer en werd als nummer aangesproken. Iedereen leek hierdoor exact hetzelfde. Het was volledige anonimisatie. Het paste volledig bij het gedachtegoed toen, van eenzame opsluiting. Door eenzaamheid zou de gevangene immers tot inkeer komen.

 

Sinds 1983 mogen gevangenen in Nederland eigen kleding dragen. Nederland was het eerste land waar verplichte gevangeniskleding werd afgeschaft.