1 november 2023
Geplaatst door Maartje

Veenhuizen, ooit een geïsoleerde kolonie voor paupers, is nu onderdeel van het UNESCO Werelderfgoed. Deze erkenning heeft veel enthousiasme losgemaakt. Samen met de Nieuwe Rentmeester Bas Morsink maakten wij een boeiend verhaal over deze herbestemming. Op deze historische plek wordt weer gewerkt aan de toekomst. Op 9 november vindt in Veenhuizen het Nationaal Monumentencongres plaats.

Onderstaand artikel stond in de nieuwsbrief van herbestemming.nl. Thema's als verduurzaming en circulairiteit hebben ook de aandacht bij de herontwikkeling van Wolvenplein. Ook de succesfactoren en aandachtspunten zijn interessant.

DE NIEUWE RENTMEESTER

In 2021 zijn de bijna 90 rijksmonumentale objecten in het dorp Veenhuizen, waaronder ook het Gevangenismuseum, door het Rijksvastgoedbedrijf overgedragen aan de Nieuwe Rentmeester. De Nieuwe Rentmeester is een stichting. BOEI en het Drents Landschap zijn samen de initiatiefnemers en vormen ook het bestuur. Bas Morsink is sinds begin 2023 directeur van de Nieuwe Rentmeester. ‘De Nieuwe Rentmeester ziet zichzelf als aanjager van vernieuwing. Wij willen het verhaal van Veenhuizen goed vertellen en een nieuwe laag aan de geschiedenis toevoegen. Daar moet je goed over nadenken, maar ondertussen zijn we ook gewoon begonnen. Dan ervaar je ook wat werkt en niet werkt.’

 

VERDUURZAMING EN ENERGIETRANSITIE - DUBBELE UITDAGING

Herbestemmen kan niet zonder verduurzamen. Morsink: ‘Bij een aantal panden, zoals het Gevangenismuseum, is zo’n 15, 20 jaar geleden al een verduurzamingsslag uitgevoerd. Maar die techniek is nu verouderd. En de energievoorziening moet ook anders. Samen met de provincie doen we onderzoek naar de toepassing van biogas en we bekijken of aquathermie in de gracht een mogelijkheid is.’

 

Bij het Gevangenismuseum zijn in het verleden al stappen gezet. ‘Er is achterzetbeglazing geplaatst, de kieren zijn gedicht en de installatietechniek is destijds aangepast. Nu zijn we bezig met dakisolatie. Dat betekent in dit geval dat we vlas op de zolder gaan leggen.’ Er zijn plannen voor nieuwbouw bij het Gevangenismuseum. Door die nieuwbouw wordt de oorspronkelijke vorm van het Tweede Gesticht nog beter zichtbaar. ‘Momenteel onderzoeken we wat verstandig is om te doen, qua nieuwbouw, verduurzaming en energietransitie. We hopen binnen twee jaar de plannen rond te hebben. Als we ondertussen maatregelen tegenkomen die we snel kunnen uitvoeren, dan wachten we daar natuurlijk niet mee.’

 

DE KOLONIËN: SOCIALE VERNIEUWING EN RUIMTELIJKE PLANNING

De Koloniën van Weldadigheid waren een idee van Johannes van den Bosch. Toen in de 19e eeuw een groep mensen in de steden aan de rand van de samenleving belandde, bedacht Van den Bosch dat in onontgonnen gebied in Drenthe ruimte was om deze mensen te helpen. De paupers werden, al dan niet vrijwillig, van de steden naar de Koloniën gebracht. Daar zouden ze een vak leren, ze kregen onderdak, ze ontgonnen woeste gronden en op termijn zouden ze als keurige burgers in hun eigen onderhoud kunnen voorzien. Meerdere vliegen in één klap: de steden waren van een probleem verlost. , De verschoppelingen droegen bij aan de welvaart van het land en werkten aan een nieuw bestaan. Dat ging zeker niet voor iedereen vanzelf. Van den Bosch ontdekte dat een bepaalde groep meer begeleiding en toezicht nodig had. Voor wezen en bedelaars bedacht hij daarom de ‘onvrije’ Koloniën.  In 1823 bouwde men werd in Veenhuizen het Eerste Gesticht gebouwd. In een carré-vorm, wat het toezicht op grote groepen vereenvoudigde. In ieder gesticht waren maar liefst 1200 zielen gehuisvest. Daar omheen stonden collectieve boerderijen waar ze aan het werk konden.

 

Onderdeel van strafrechtsysteem
De Koloniën ontstonden als een sociaal experiment, waarbij ontwikkeling, scholing en begeleiding belangrijk waren. Hier werd een basis gelegd voor onder meer het ziekenfonds, het pensioensysteem en maatschappelijk werk. Kinderen kregen hier al scholing, voordat dit in landelijke wetgeving werd vastgelegd. Hoe mooi ook de idealen, de gestichten waren voor de Maatschappij geen succes. De gebouwen in Veenhuizen werden door de Maatschappij van Weldadigheid al in 1859 verkocht aan het Rijk. Vanaf 1875 kwam Veenhuizen onder beheer van Justitie. Zo werd het dorp onderdeel van het strafrechtsysteem in Nederland. Rond 1900 werden er nog twee nieuwe gevangenissen bijgebouwd en er kwamen huizen voor het personeel van de gevangenis. Aan die gebouwen is de strikte hiërarchische ordening van het systeem, die ook al in de tijd van Van den Bosch kenmerkend was, terug te zien. In het Gevangenismuseum en in het omliggende dorp valt veel te leren over hoe de maatschappij in de loop der tijd omging met straffen, maar ook hoe allerlei maatschappelijke vernieuwingen in de Koloniën van Weldadigheid hun oorsprong vonden.

 

Van verval naar Werelderfgoed
In 1985 trok Justitie zich terug uit de oude Koloniegebouwen. Alleen de later gebouwde gevangenissen bleven in gebruik. De gemeentelijke en provinciale overheid trokken rond de eeuwwisseling aan de bel bij het Ministerie. Het dorp dreigde te vervallen, waardoor erfgoed dat internationaal van betekenis is, verloren dreigde te gaan. De vestiging van een Nationaal Gevangenismuseum in het Tweede Gesticht was het eerste herbestemmingsproject in Veenhuizen. In 2005 ging het Gevangenismuseum open.

Inmiddels zijn we decennia verder. Sinds 2022 zijn de Koloniën van Weldadigheid UNESCO Werelderfgoed. Het gaat dan specifiek om Frederiksoord, Wilhelminaoord, Veenhuizen en Wortel. De eerste twee Koloniën zijn zogenaamde ‘vrije’ Koloniën. In Veenhuizen en Wortel was intensiever toezicht en meer tucht, daarom heten deze Koloniën ‘onvrij’.

 

Experiment en zelfredzaamheid centraal
Experimenteren en jezelf kunnen redden, dat zijn begrippen die vanaf de oorsprong bij Veenhuizen horen. ‘Daarom werken we hier ook veel met start-ups,’ vertelt Bas. ‘We bouwen aan een community, waarbij een vliegwieleffect kan ontstaan.’

Het ontwikkelen van zoveel vastgoed is niet eenvoudig. ‘We willen ook de toeristische infrastructuur verbeteren. Daarvoor moet je het verhaal van Veenhuizen goed voor het voetlicht brengen. Maar dat verhaal is een zwaar verhaal en het gebied is niet zonder meer goed te ‘lezen’. De mensen die hier nu komen, doen dat heel bewust en goed voorbereid. Maar hoe zorg je ervoor dat we meer bezoekers trekken en dat deze bezoekers het gebied en het verhaal snappen en (niet onbelangrijk) hier ook de weg kunnen vinden en een gevoel kunnen krijgen bij deze plek? Dat is een zoektocht. Bovendien willen we in verschillende periodes van het jaar mensen trekken. Daarvoor werken we samen met andere partijen in het gebied aan verbreding van het kwalitatieve aanbod van cultuur, kunst, muziek, theater en – niet onbelangrijk, maar nog niet voldoende benut- de natuur. Daarbij willen we ook nieuwe partijen aan ons binden.’

 

CIRCULARITEIT

Natuurlijk is naast verduurzaming van de gebouwen ook circulair werken een uitgangspunt. ‘We hebben bijvoorbeeld het Veen ǀ Huis ǀ Hotel. Jonge en gevestigde ontwerpers hebben huisjes gebouwd met circulaire bouwmaterialen. Het zijn stuk voor stuk unieke overnachtingsplekken geworden en ze zijn te huur via Bitter en Zoet. Binnenkort gaan we met de ontwerpers, de provincie en de gemeente om tafel om samen te bekijken wat we van dit experiment hebben geleerd en hoe we hier een vervolg aan kunnen geven. 

 

SUCCESFACTOREN EN AANDACHTSPUNTEN

  • Verzamel ondernemers om je heen die weer een laag toe kunnen voegen aan het verhaal

‘We hebben bijvoorbeeld net een nieuwe huurder gevonden voor het Directiehotel. Dat is een innovatief bedrijf dat nieuwe toepassingen zoekt voor recyclebare kunststof. Ingenieurs uit heel Europa komen hier naartoe en gaan samen in Veenhuizen aan de slag. Verrijkt met kennis en inspiratie gaan ze vervolgens in hun eigen bedrijf weer verder.’

  • Gebruik de littekens van de geschiedenis als kracht

Niet alles moet glad en strak gepoetst worden. ‘Juist door gebruikssporen te laten zien, kunnen mensen de lagen in de geschiedenis zien en ervaren.’

  • Zorg voor balans: het moet geen openluchtmuseum worden

‘In een plek als Veenhuizen, met zoveel verhalen, rijksmonumenten, groen erfgoed en ondernemers en ook nog eens gewone inwoners, is het zoeken naar de balans tussen toerisme, recreatie, ondernemerschap en wonen. Negentig procent van de 84 objecten is rijksmonument. Ons doel is met de restauratie en verduurzaming van het merendeel van deze objecten, het historische hart van Veenhuizen te versterken. Tegelijkertijd willen we er geen openluchtmuseum van maken. Hier wonen en werken mensen ook gewoon.’ 

  • Niet kijken, maar beleven

‘We waken ervoor dat een bezoek aan Veenhuizen een kijkervaring wordt. Vanaf het begin in 2005 hebben bezoekers van het Gevangenismuseum zelf ervaren hoe het is om gevangene te zijn. Je bent ook verder in Veenhuizen niet alleen bezoeker, je doet hier ervaringen op. Hier wordt gewoond, gewerkt, geleefd en beleefd. Meedoen was voor Johannes van den Bosch van belang en dat is het hier in Veenhuizen nog altijd. Je staat hier niet aan de zijlijn, je doet mee.’

  • Doe onderzoek en voer uit: experimenteer en leer

‘De grote kunst is: niet afwachten, maar over de volle breedte initiatief nemen. Ruimte voor experiment is niet alleen belangrijk, het hoort ook bij het DNA van dit gebied.’

  • Voeg nieuwe lagen aan de geschiedenis toe

‘Wij zijn er om het vastgoedbeheer te doen en wij houden ons ook bezig met de programmering hier. Wij zoeken ondernemers, nieuwe Kolonisten eigenlijk, die bij Veenhuizen en de geschiedenis passen en daar ook weer wat nieuws aan toe kunnen voegen. Het verhaal van Veenhuizen bestaat uit meerdere lagen en daar voegen we steeds weer nieuwe lagen aan toe, zo zien wij dat.’

  • Wisselwerking tussen ontwikkeling van vastgoed en gebied

‘We kijken naar de verduurzaming van ons bezit, maar tegelijkertijd werken we ook aan de ontwikkeling van het vastgoed, het organiseren van evenementen, exposities, het aantrekken van nieuwe ondernemers etc. Vastgoed is een middel om het gebied te ontwikkelen en het omgekeerde geldt ook: het gebied helpt ons om het vastgoed te ontwikkelen. Het is een wisselwerking.’

 

IMPACT

De herbestemming van het Tweede Gesticht tot Gevangenismuseum is een belangrijke motor geweest voor de verdere ontwikkeling van het dorp Veenhuizen en voor het tot stilstand brengen van achteruitgang. Natuurlijk heeft ook het hele traject tot de benoeming van de Koloniën tot UNESCO Werelderfgoed de nodige energie losgemaakt. Deze ontwikkelingen zijn van betekenis voor de werkgelegenheid, de toeristische infrastructuur, ontwikkeling en behoud van ruimtelijke kwaliteit, sociale verbinding, ondernemerschap en innovatie, zowel lokaal als regionaal. En dat sluit mooi aan bij de impact die stichter Johannes van den Bosch met zijn innovatieve en idealistische idee wilde hebben.