3 februari 2022
Geplaatst door Maartje

Bij de ingebruikname van de gevangenis was er nog geen kerk aanwezig. Pas na 25 jaar is de kerk toegevoegd aan het gevangeniscomplex en werd deze met een gemetselde gang (in de volksmond ‘brug der zuchten’) met de B-vleugel van de gevangenis verbonden. Voor de vrouwen en de geestelijken was aan de kant van de C-vleugel een smalle toegang langs de luchtplaatsen gemaakt. Het relatief eenvoudige kerkzaaltje had een fraaie houten kapconstructie en een souterrain dat ingericht werd als opslagplaats voor timmerhout.

Voor 1903 werd de dienst gehouden in het centrale gedeelte. Gevangenen konden vanuit hun cel, door een van de dubbele celdeuren op een kier te zetten, de dienst bijwonen. Maar dat leverde uiteindelijk teveel ongewenst contact op tussen de gedetineerden. Maar omdat godsdienstige opvoeding een wezenlijk onderdeel was van het cellulaire systeem, werd er een zogenaamde stalleskerk gebouwd. In de kerk zaten de gevangenen in aparte hokjes (stalles) zodat men elkaar niet kon zien. De diensten in de kerk voor katholieken, protestanten en joden vonden achter elkaar plaats.

Het interieur van de kerk is in 1949 verwijderd bij de verbouwing tot onderwijsruimte en recreatiezaal. De huidige galerij dateert uit 1992 toen de installaties zijn geplaatst. De gietijzeren spiltrap om op de galerij te komen, komt uit de centrale hal in het hoofdgebouw en is naar de kerk verplaatst. Pas bij de grootscheepse verbouwing in 2000 is de fundering van de kerk ontgraven om in het ontstane souterrain een grotere werkplaats te maken. De spaarboogconstructie werd toen pas zichtbaar.


De boeiende vraag van volgende week:

#5 Hoe kom je als gevangene aan een frisse neus?