21 november 2025
Geplaatst door PimJanmaat

Aan de noordkant van het Wolvenplein-complex staan zes charmante rijwoningen: de cipierswoningen. Ze zijn gebouwd rond 1895 en ontworpen door rijksbouwmeester Metzelaar, die ook verantwoordelijk was voor latere verbouwingen van de gevangenis. De woningen passen in een tijd waarin Nederland volop justitiële gebouwen realiseerde, geïnspireerd door het Engelse cellulaire systeem. Je vindt vergelijkbare huisjes in Veenhuizen, Groningen en zelfs naast het Pieter Baan Centrum - alsof de overheid destijds een bouwpakket had dat je overal kon uitrollen.

Rik Kreeftenberg hoort bij het meubilair
In één van die woningen woont Rik Kreeftenberg sinds 2001. Hij maakte de plek mee met een actieve gevangenis, daarna als leegstaand complex en nu als gebied in ontwikkeling. Een zeldzaam perspectief op een plek die nooit hetzelfde blijft.

Een rustige straat naast een levendige wereld
Toen Rik in 2001 de sleutel kreeg, zochten hij en zijn partner vooral een rustige woning dicht bij de stad. Wolvenplein bleek precies dat te zijn: centraal, een tikje verscholen én opvallend stil. “We betaalden nog in guldens, net voor 2001. Ik was hier nog nooit geweest, maar het voelde gelijk goed,” vertelt hij. De naastgelegen gevangenis voelde allesbehalve dreigend. “Het was hier juist heel vredig. Je had nooit het idee dat je gevaar liep.”

Toch kreeg je als buurtbewoner automatisch iets mee van het dagelijks leven achter de muren. Woensdagen waren bezoekersdagen: rijen mensen bij de poort, soms met kinderwagens. Aan de overkant van de singel stonden mensen te roepen naar hun geliefden binnen - liefdevol, luid en heel hoorbaar. Rik herinnert zich de kreten nog letterlijk: “Hoe gaat het met de kinderen?” en “Ik hou van je!” die over het water heen klonken. Soms ging het verder dan dat. “Ik heb wel gehoord dat er gerookte paling over de muur werd gegooid,” vertelt hij. Ook vrijlatingen waren een vertrouwd beeld: mensen die met een vuilniszak met hun kleren naar buiten kwamen, soms opgehaald, soms alleen. “Je zag hier heel direct hoe het werkte in een gevangenis.”

Momenten die je niet snel vergeet
Het dagelijks leven was meestal rustig, maar af en toe gebeurde er iets dat je niet snel vergeet. Zo hoorde Rik dat er mensen waren ontsnapt via de vuile was, verstopt in een waskrat. Ook vertelde een bevriend stel aan de overkant dat zij eens iemand over de muur zagen klimmen en in de singel zagen wegzwemmen. En één keer gebeurde er iets dichter bij huis: “We zaten in de serre toen we ineens politie met zaklampen in de tuinen zagen zoeken. Toen wisten we: er is er één kwijt.”

Sommige verhalen gaan nóg verder terug. Tijdens Dolle Dinsdag in 1944 ging er bij onrust een schot door de voordeur van de buren. De bewoner die door de brievenbus keek, raakte gewond en overleed later aan bloedvergiftiging. Jaren later, tijdens het schilderen, bleek het kogelgat nog steeds zichtbaar - een klein detail dat het verleden bijna tastbaar maakt.

Een gevangenis die met de tijd meeging
Rik woonde er nog maar net toen een grote verbouwing begon. De cellen hadden geen wc, waardoor iedere toiletgang voor gedetineerden via een cipier moest worden geregeld. Rond 2002-2003 werden alle cellen voorzien van sanitair, kwamen er nieuwe galerijen en werd technisch veel vernieuwd. Ook kwam de SOV-afdeling (Strafrechtelijke Opvang Verslaafden), waar gedetineerden in stappen werkten aan herstel en re-integratie. “Je zag ’s ochtends altijd die groep naar de bus lopen. Dat hoorde gewoon bij de plek.”

Hij kreeg zelfs rondleidingen vóór en na de verbouwing: “Je zag heel duidelijk hoe het gebouw mee veranderde met nieuwe inzichten.”

De stilte na de sluiting
In 2014 sloot de gevangenis. Het ging bijna geruisloos: een gepantserde bus reed voor, de laatste gedetineerden stapten in en daarna werd het stil. “Het was alsof iemand de volumeknop omlaag draaide.” De bezoekers, de geluiden en het personeel verdwenen. Opvallend genoeg zorgden latere activiteiten - zoals de escape room - soms voor méér geluid dan de gevangenis zelf.

Een huis met geschiedenis en karakter
De cipierswoningen vallen binnen beschermd stadsgezicht, waardoor hun karakter bewaard blijft. Geen kunststof kozijnen, geen rommelige uitbouwen - het aanzicht blijft historisch. Vanbinnen zijn het gewone woonhuizen, maar er zijn nog sporen van vroeger. Aan de achterkant hangt bijvoorbeeld nog een oud alarmsnoer. “Als er iemand ontsnapt was, ging dit af. Het werkt allang niet meer, maar het hoort bij de geschiedenis van het huis.”

Meedenken over de toekomst
Na de sluiting bleven bewoners niet afwachten. Ze richtten Stichting Wolvenburg op, organiseerden rondleidingen en brainstormavonden. Ideeën varieerden van een jachthaven tot een zwembad - niet omdat alles haalbaar was, maar omdat iedereen mee wilde denken. “Het was echt een tijd van ideeën en betrokkenheid.” Later ontstond De Witte Wolf, een groep bewoners die met AM nadacht over nieuwe woon- en gebruiksfuncties.

Naar een nieuwe inrichting van het plein
Vandaag kijkt Rik uit op een nieuwe verandering: het parkeerterrein voor zijn deur wordt een klein parkje, met gras, bomen en veel minder auto’s. “Ik vind dat eerlijk gezegd een enorme verbetering.” Zware horeca of torenflats komen er niet. Een grand café ziet hij juist wel zitten: “Ik zie ons daar al zitten op zondagochtend met een kop koffie.”

De wens voor de toekomst
Na ruim twintig jaar op deze bijzondere plek hoopt Rik vooral dat het verhaal zichtbaar blijft. “De geschiedenis is hier overal voelbaar. Ik hoop dat er genoeg elementen blijven die dat verhaal blijven vertellen.”

Want wie hier al zolang woont, weet als geen ander hoe uniek het Wolvenplein is - vroeger, nu én straks.